Bijgewerkt op 19 september 2023
Doe het tegenovergestelde
Een team kan optimaal presteren wanneer de teamleden allemaal hetzelfde voor ogen hebben. En gemotiveerd en geïnteresseerd zijn om het beste uit elkaar en het team te halen. Plus dat alle teamleden bereid zijn om de opdrachten en taken goed uit te voeren. Kortom, het team is bereid om er helemaal voor te gaan. Alle voorwaarden zijn aanwezig, maar de stemming is ongunstig.
Doe het tegenovergestelde
Jij bent een leidinggevende en je merkt dat de sfeer iets te ontspannen of te gespannen is. Wat doe je dan?
Te ontspannen
Als ik merkte dat de sfeer te ontspannen was deed ik altijd precies het tegenovergestelde. Ik zette de teamleden op scherp. Ik verhief mijn stem iets en ik begon te zeggen dat als we deze instelling zouden houden dat we de doelstelling niet zouden behalen. En dat dit voor ons allemaal negatieve en ongunstige gevolgen had. Heel eerlijk, ik overdreef ook een beetje.
Door dat ik overdreef kwamen er bij mij emoties los. En door deze emoties kreeg de boodschap meer kracht en overtuiging. Ook gebruikte ik nog een drietal andere manieren om emoties bij de teamleden te creëren.
Té gespannen
Als er een gespannen sfeer heerste, vertelde ik iets leuks. Of vroeg ik of een teamlid iets grappigs had meegemaakt of dat iemand nog een leuke grap of mop wilde vertellen.
Soms verliep het niet helemaal zoals ik gepland had. En gebeurde er iets onverwachts. Maar hierdoor ontstond wel een relaxte sfeer en daardoor veranderde de stemming. Dus met andere woorden, wat ik deed was precies het tegenovergestelde.
Soms heerste er ook een te serieuze sfeer en hadden de teamleden het tijdens de lunch over het werk. Als dat een keer gebeurt is dat geen enkel probleem! En in sommige gevallen zelfs goed.
Maar als dit te vaak gebeurt is dat ongunstig. Een team kan alleen optimaal functioneren wanneer er een juiste verhouding inspanning en ontspanning is. De lunches zijn juist goed om te ontspannen. En het is belangrijk dat de teamleden het dan over andere dingen dan het werk hebben.
Als dat het geval was, wisselde ik van onderwerp: ‘’Het wordt van het weekend mooi weer. Wat zijn jullie dan van plan om te doen?’’ En ‘’Anne, hoe gaat het met je tenniscompetitie?”